Wat is de appendix?

De appendix is een blind eindigend orgaan dat zich aan het begin van de dikke darm bevindt, rechtsonder in de buik. De functie van dit orgaan is onduidelijk, maar het zou een rol in de afweer kunnen spelen. Dit orgaan kan zonder problemen gemist worden.

Diagnose

De diagnose van een acute appendicitis wordt vaak gesteld aan de hand van 2 parameters: de klachten en de infectieparameters in het bloed. Wanneer er nog steeds onduidelijkheid bestaat kan een echografie en/of CT-scan helpen in het stellen van de diagnose.

Het typische verhaal van een acute appendicitis is pijn in de buik, rechts onder, geleidelijk aan ontstaan. Meestal ontstaat er eerst pijn thv de navel, en zakt dan af naar de rechter kant. Dit kan gepaard gaan met braken en/of misselijkheid. Soms is er diarree, meestal niet waterig. Patiënten hebben soms koorts (>38°C). Wanneer men de patiënt onderzoekt is er duidelijk pijn thv de rechter zijde van de onderbuik.

Het is echter perfect mogelijk dat er slechts enkele van deze klachten aanwezig zijn, zodat de diagnose niet altijd gemakkelijk te stellen is.

Bij de bloedname kijken we twee zaken na: Witte bloedcellen en CRP. Beide zijn parameters voor een aanwezige infectie.

Een echografie is een onderzoek dat gebruik maakt van geluidssignalen om zo de buikstructuren te visualiseren. Dit is een onschuldig onderzoek dat ook bij zwangeren mag uitgevoerd worden. Met dit onderzoek kan men echter niet altijd de appendix zien omdat de dikke darm er vaak voor ligt. Wanneer men de appendix echter wel gezien heeft, kan men zeggen of deze al dan niet ontstoken is.

Indien het klachtenpatroon, bloedname en echografie geen uitsluitsel geeft, wordt een CT-scan uitgevoerd. Dit onderzoek maakt gebruik van RX-stralen en mag daardoor niet uitgevoerd worden bij zwangeren. Dit onderzoek is echter zeer gevoelig om een appendicitis te diagnosticeren.

Ontstaan

Een acute appendicitis ontstaat meestal doordat een hard stukje stoelgang de uitgang van dit orgaan blokkeert. Hierdoor kunnen de slijmen, die in de appendix geproduceerd worden, niet meer geëvacueerd worden waardoor de druk in de appendix stijgt. Wanneer deze druk hoger wordt dan de bloeddruk krijgt de appendix geen bloed, en dus ook geen zuurstof meer en sterft af.

Behandeling

De klassieke operatieve behandeling bestaat uit het verwijderen van de appendix dmv een kijkoperatie. Hierbij worden 3 kleine incisies gemaakt en wordt met aangepaste klemmetjes de appendix verwijderd. Afhankelijk van de bevindingen tijdens de ingreep (enkel een ontstoken appendix; etterig vocht; gesprongen appendix) zal er al dan niet een drainagesysteem worden achtergelaten en kan er bijkomende antibiotica gegeven worden. Dit zal ook de hospitalisatieduur bepalen. In zeldzame gevallen, wanneer de appendix gesprongen is, dient de operatie met een klassieke onderbuiksincisie uitgevoerd te worden.

Wanneer de ontsteking van de appendix zeer traag verloopt, zal het lichaam trachten deze infectiehaard te bedekken met vet, zodat de appendix niet springt. Dit noemen we een plastron. In dat geval is het soms aangewezen bijkomende antibiotica te starten en niet direct te opereren. Op deze manier koelt men het infectieus proces af. Om te voorkomen dat de appendix op termijn toch nog eens ontsteekt, is het aangewezen deze op een later moment (na 6 weken) te verwijderen.

Nazorg

De volgende richtlijnen kunnen bijdragen tot een vlotter herstel:

  1. Gedurende 4 weken is het afgeraden zware lasten te heffen. Onder zware lasten verstaat men lasten > 5kg. Normale dagdagelijkse activiteiten zoals wandelen en trappen doen zijn wel toegelaten.
  2. Fietsen en sporten zijn niet toegelaten de eerste 4 weken.
  3. U dient uw wonde 1 week na ontslag te laten nakijken door de huisarts. Meestal wordt de huid gehecht met draad die vanzelf verteert zodat hechtingen niet verwijderd hoeven te worden.
  4. Indien u pijn heeft mag u steeds paracetamol (=dafalgan) nemen. De gemiddelde dosage hiervan is 3x 1g per dag. Indien dit onvoldoende pijnstilling geeft mag een NSAID (vb. Ibuprofen, neurofen, voltaren, cataflam, ....) ingenomen worden. Enkel indien u een voorgeschiedenis heeft van maagzweren is dit niet aangewezen.

 

De volgende zaken kunnen voorkomen na een blindedarm operatie zonder dat men zich hierover ongerust hoeft te maken:

  1. Bloeduitstorting rond de operatiewonden
  2. Krampend, trekkend, knagend gevoel in de rechter onderbuik
  3. Dunnere stoelgang, soms zelf diarree

Bij de volgende zaken is het aangewezen uw huisarts vroegtijdig te contacteren:

  1. Toenemende roodheid rond de wonde
  2. Zwelling van de wonde
  3. Uitgesproken pijn in de buik
  4. Koorts (>38°C)

1 week na ontslag is het aangewezen om de wonde(n) te laten controleren bij de huisarts!